Eerst de mens, dan de machine
Marc Haarman is als 48-jarige รฉรฉn van de senior monteurs. Sinds 2008 werkt hij voor Alferink, sinds 2018 omgedoopt tot Farmonie. Als zodanig draagt hij naast zijn technische bagage ook de nodige levensbagage met zich mee. โAls onderhoudsmonteur kom je regelmatig bij melkveehouders over de vloer. Ik stap niet direct met de gereedschapskist de melkput in, maar zoek eerst de veehouder op. Wat speelt er op het bedrijf? Wat houdt de veehouder bezig? Oprechte interesse in de klant resulteert in dienstverlening op maat en een vertrouwensband voor jaren.โ
Alvorens Haarman in de melktechniek terecht kwam, was hij vijftien jaar werkzaam bij een melkveehouder in Olst. Op zoek naar een nieuwe uitdaging solliciteerde hij bij Alferink in Wilp, waar hij op basis van zijn achtergrond en melkervaring aangenomen werd als monteur. โKennis van de melkveehouderij was geen issue. Voor het bijspijkeren van de technische aspecten van de melkwinning heb ik diverse cursussen gevolgd, waaronder elektrisch schakelen bij ROVC en doormeten bij KOM (Kwaliteitszorg Onderhoud Melkinstallaties). Daarnaast volg ik periodieke trainingen van GEA over productontwikkelingen en innovaties, teneinde klanten in het veld optimaal te kunnen adviseren over op stapel staande veranderingen.โ
โFarmonie bedient melkveehouders in geheel Oost-Nederland. Ten opzichte van de situatie bij Alferink ben ik nu dus dagelijks actief in een groter werkgebied. Dit betekent veel nieuwe relaties, veel nieuwe gezichten. Mijn werkwijze blijft ongewijzigd: ik ga eerst het gesprek aan met de veehouder. Hieruit haal ik een schat aan informatie, die ook relevant is voor het onderhoud van de melkinstallatie. Standaard vraag ik ook of de melkveehouder meehelpt bij het onderhoud. Veel boeren reageren dan verbaast: moet dat? Mijn ervaring is dat melkveehouders dat echt op prijs stellen. Tijdens de onderhoudswerkzaamheden kan ik zo nodig details van de installatie toelichten. Door de vertrouwensband die tijdens het samenwerken ontstaat, zijn veehouders vrijer in het delen van informatie en halen we samen het beste uit GEA apparatuur.โ
Ik ga eerst het gesprek aan met de veehouder. Hieruit haal ik een schat aan informatie, die ook relevant is voor het onderhoud van de melkinstallatie.
De aanpak van Haarman vindt navolging bij de collega-monteurs, waarbij eerst de mens en dan de machine centraal staat. Iedere monteur geeft daar zijn eigen invulling aan. Haarman: โVoor jonge monteurs is dit in het begin wel even wennen, maar ook zij merken dat het werkt. Met de vorming van Farmonie is de organisatie professioneler geworden en de efficiรซntie absoluut gegroeid, maar dit mag niet ten koste gaan van aandacht voor de klant en een snelle respons op vragen en opmerkingen. Goed noaberschap, zoals ze dat in het oosten van het land zeggen. Blijf indachtig de slogan van Farmonie, in het land van melk en harmonie, in harmonie met de klant.
Wisselwerking
โNaast het onderhoudswerk vind ik het ook belangrijk om jaarlijks aan enkele nieuwbouw- of renovatieprojecten mee te werken. De wisselwerking tussen installateurs en onderhoudsmonteurs is erg waardevol. Verbeterpunten die ik in het onderhoudswerk tegenkom, kunnen vaak tijdens de eerste installatie worden voorkomen. Ook tijdens de aanleg is het zaak de veehouder zoveel mogelijk te betrekken bij keuzes en eigenschappen van producten. Daarmee groeit het besef van goed onderhoud. Wederzijds begrip is dus niet alleen voor het contact met klant, maar ook intern, tussen medewerkers van Farmonie, cruciaal,โ besluit Haarman overtuigend.