U bent gewaarschuwd, dit wordt geen standaard reportage. Geen verhaal over imposante productiecijfers of opbrengstmaximalisatie. Geen gloedvol betoog over schaalvergroting of uitbreiding van capaciteit. Wie Erik en Rianne Valk in het Overijsselse Broekland ontmoet, maakt allereerst kennis met gepassioneerde melkveehouders. Twee ondernemers die het beste voorhebben met hun bedrijf, koeien, gewassen en niet in de laatste plaats: grond. Erik (42 jaar) en Rianne (44 jaar) kiezen een andere weg: biologisch boeren met boerenverstand.
Open Dag Mts. Valk Broekland – 29 maart 2019
Lees meer over de Open Dag >>
Erik: ‘Toen ik in 2000 samen met Rianne deze boerderij betrok, was er sprake van een modaal, Salland melkveebedrijf: 55 MRIJ melkkoeien op 30 hectare grond, een quotum van 365.000 liter. We waren jong en ambitieus en vastbesloten hetgeen we op school hadden geleerd in de praktijk te brengen: groeien. Van 55 koeien naar 110 koeien MRIJ gekruist met HF, van 365.00 naar 820.000 liter. Stallen werden vergroot, een nieuwe jongveestal gebouwd. Toen brak het moment aan dat het melkquotum werd afgeschaft. Hét signaal voor veel collega-veehouders om het gaspedaal verder in te trappen. Ons bedrijf is omringd door jonge, ambitieuze ondernemers; veel uitbreidingsruimte dicht bij huis is er voor ons niet weggelegd.’
‘Als fervent voorstander van weidegang kwam ik in contact met de Vereniging tot Behoud van Boer en Milieu (VBBM). Leden-veehouders van deze vereniging lieten me een andere kant van boeren zien. VBBM stelt de kringloop centraal: bodem-, plant- en dierproducten worden met zo min mogelijke externe input op een zo natuurlijk mogelijk manier gemanaged. De VBBM ondersteunt de bedrijfskringloop met het bovengronds aanwenden van dierlijke mest en reduceert het gebruik van kunstmest. Dus toen het quotum er in 2015 af ging zeiden we tegen elkaar: ‘Laten we gaan doen wat we écht leuk vinden: we gaan biologisch boeren. Op dezelfde dag dat we ons besluit namen, 1 april 2015, verkochten we twintig koeien. Met de kennis van vandaag hadden we dat besluit beter drie maanden later moeten nemen: 2 juli 2015 werd immers de referentiedatum voor het vaststellen van de fosfaatrechten.’

Erik & Rianne Valk
Staatsbosbeheer
Rianne vult aan: ‘Het is zoals het is. Minder koeien dus, extensiveren. Maar juist als je denkt dat deuren dicht gaan, gaan andere deuren open. Staatsbosbeheer kreeg lucht van onze bedrijfsfilosofie en bood 50 hectare in groenbeheer aan. De beheerder van Staatsbosheer, een akkerbouwer, vroeg of we vee wilden weiden op zijn percelen in ruil voor organische mest op de akkers van Staatsbosbeheer. Mest bij voorkeur van biologische koeien. Een perfecte match waardoor we inmiddels 110 hectare in gebruik hebben: 60 hectare cultuurgrond en 50 hectare in natuurbeheer; goed voor 95 melkkoeien met een gemiddelde productie van 7.500 kg met daarnaast 45 stuks jongvee.’
Erik: ‘We hebben het plezier in boeren hervonden. Typerend is dat het bezoek van allerlei leveranciers drastisch is afgenomen. Je vraagt je af waarom? Simpel: als leveranciers niets meer aan je kunnen verdienen, hebben ze je niet meer nodig. Het brengt je terug tot de essentie. Wat is onze rol als veehouders? We hebben een stuk grond waar gras op groeit. Gras waar koeien melk van maken. Wie heb je dan nodig om dat te begeleiden? Het brengt je terug op de vraag: hoe werkt de natuur en hoe kunnen we die het beste helpen? Niet door het gras te voeden met kunstmest of het te behandelen met gewasbeschermingsmiddelen. Nee, het gaat om het bodemleven. Hoe stimuleer ik het bodemleven; als bron van voedsel voor gras. Dit voert verder dan de toepassing van stikstof, fosfaat en kalium. Door overmatig gebruik van kalium hebben we andere mineralen verdrongen. Mineralen die ieder op zich een functie hebben. Minder eiwit in de plant resulteert in minder ammoniak in de mest, waarmee de noodzaak om mest in de grond te brengen weggenomen wordt.’ Maatschap Valk is één van de honderd boeren in Nederland die vrijstelling hebben om mest bovengronds aan te wenden.
‘Juist als je denkt dat deuren dicht gaan, gaan andere deuren open’ – Rianne Valk
Afscheid nemen van oude denkpatronen
Erik: ‘VBBM kijkt naar de voorkant van problemen, niet naar ‘end-of-pipe’ oplossingen. Ons gedachtengoed wint terrein, maar vergt tijd, veel tijd. Carola Schouten heeft weliswaar de kringlooplandbouw als leidraad verheven, dat is prachtig, maar houdt tegelijk vast aan oude modellen. Modellen die door grote leveranciers als Agrifirm en ForFarmers in stand worden gehouden, nota bene de bedrijven die boeren assisteren bij het toepassen van kringlooplandbouw. Accepteren deze bedrijven forse omzetverliezen en is Wageningen Universiteit in staat minder naar de mond te praten van commerciële opdrachtgevers?’
Sinds 2000 voegen Erik en Rianne middelen toe aan de mest, plantenkolen en effectieve micro-organismen, waardoor mest fermenteert in plaats van rot. Gezonde mest draagt bij aan een gezonde bodem, waardoor geen kunstmest nodig is. Erik verzucht: ‘We besteden miljoenen aan onderzoek naar de sterren, maar wat er werkelijk in de grond gebeurt, is nog voor groot deel een raadsel. Er is nog een lange weg te gaan, wat alleen kan worden doorbroken door educatie. Hoe kunnen we op een andere manier naar de landbouw kijken? Als gastdocent is het stuitend om te zien hoe jonge studenten al gevangen zijn in het ‘NPK denken’. De weg naar een gezonde toekomst ligt niet in meer melk met een lage prijs, maar in melk met toegevoegde waarde voor een hogere prijs. Differentiatie: biomelk, vlogmelk, weidemelk, planet proof.’
‘Het is stuitend om te zien hoe jonge studenten al gevangen zijn in het NPK denken’ – Erik Valk
Waardering biologische melk
Erik neemt zitting in de ledenraad van FrieslandCampina. Na een gevoelsmatige aarzeling heeft deze zuivellaar zich verplicht zich in te zetten voor het vermarkten van biologische melk van 154 biologische boeren. Met succes: de biologische melkprijs af boerderij ligt momenteel op 48 cent per liter ten opzichte van 36,5 cent voor reguliere melk. Rianne: ‘Door het toevoegen van waarde kunnen we als veehouderij de melkprijs laten stijgen naar 60 cent per liter met minder koeien, minder milieubelasting, meer waardering van de consument en meer werkplezier voor de boer.’

Automatisch melken
Plezier ervaren Erik en Rianne ook volop aan hun twee nieuwe GEA Monobox melkrobots, die ze sinds 15 januari 2019 in gebruik hebben genomen. ‘Op mijn vijfendertigste levensjaar, zeven jaar geleden, is heupartrose bij me vastgesteld, waardoor het melken in de zeven plus acht stands melkstal steeds lastiger werd. Hurken is er niet meer bij. ’s Ochtends melken ging nog net; het avondmelken werd door hulpmelkers uitgevoerd. Het was de periode waarin we switchten naar biologisch boeren; we vonden het nog te vroeg om automatisch te gaan melken. Bij een veehouder in de buurt hielp ik bij het inmelken van een GEA MIone melkrobot. Die viel toen al in de smaak. De zoektocht ging verder, want duidelijk was dat op termijn ook het ochtendmelken fysiek niet meer mogelijk is,’ aldus Erik. ‘En als je helemaal niet meer melkt, ben je dan nog boer?’ vraagt Rianne zich hardop af.
Erik: ‘Het viel me op dat Hans Alferink, destijds directeur van Alferink Melktechniek in Wilp, aanwezig was bij het inmelken bij de GEA MIone. Die betrokkenheid en aandacht vind ik belangrijk. Iets wat ook de houding van Farmonie verkoopmedewerker Peter Uenk kenmerkt. Farmonie nam me mee naar een melkveebedrijf in Mariënheem, die recentelijk twee GEA Monoboxen in gebruik hadden genomen. Hun enthousiasme over de melkkwaliteit en uiergezondheid was doorslaggevend. En niet onbelangrijk: achter beide robots is een putje, waardoor ik toch gemakkelijk staand bij het uier van de koe kan komen. Ook handmatig aansluiten is, zo nodig, dus mogelijk.’
De knoop werd doorgehakt op 4 april 2018: twee GEA Monobox robots werden aangeschaft bij GEA dealer Farmonie. De aannemer verkreeg de opdracht om de stal, aangrenzend aan het huisperceel uit te bouwen om ruimte te maken voor de twee robots. Rianne: ‘In het weekend voorafgaand aan het automatisch melken konden de koeien wennen aan de boxen, waar ze weliswaar nog niet gemolken werden, maar wel werden beloond met brokken. Zo zat de loop er direct vanaf het begin al goed in. Gedurende twee dagen assisteerden medewerkers van Farmonie bij het inmelken, waarbij iedere koe minimaal twee keer per dag de robot bezocht. De medewerkers van Farmonie (Sjaak Weijers, Timon Klein en Chiel Menting) en Barry Meulenbroek van GEA Nederland voelen het vee goed aan; het is feilloos verlopen. Er is geloof ik één koe geweest die één keer heeft getrapt. Het aansluiten gaat direct vanaf de start subliem, mede dankzij het feit dat onze robots al voorzien zijn van de nieuwe G5 camera’s.’
‘De ingebruikname van de GEA Monobox robots is feilloos verlopen’ – Rianne Valk
Erik en Rianne ogen amper drie weken na de ingebruikname van de robots ontspannen. Rianne: ‘Automatisch melken past prima in een biologische bedrijfsvoering. Koeien laten zich melken op momenten dat ze gemolken willen worden. Er heerst meer rust in de stal. Als je voorheen tussen de koeien liep, kwamen ze in de benen. De koeien dachten dat ze gemolken moesten worden. Nu blijven ze rustig liggen en veehouders weten: meer liggen betekent meer melk.’
Erik: ‘Nu drie weken na de ingebruikname zitten we op 2.5 melkingen per dag; aanvankelijk lag dit nog hoger omdat we voldoende capaciteit hebben. De periode van finetunen is nu aangebroken. Farmonie medewerker Sjaak Weijers is hierbij zeer behulpzaam; o.a. door het indelen in groepen. We kunnen met een gerust hart van huis. Dat deden we eigenlijk al in de week na de installatie toen Rianne en ik de Biovakbeurs in Zwolle bezochten. De keuze voor de GEA Monoboxen past naadloos in onze bedrijfsvisie, waarin melkkwaliteit en uiergezondheid cruciaal is om de meerwaarde van biologische melk te effectueren.’ Rianne besluit lachend: ‘Ja, hier worden we echt blij van!’